Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •

KKNN door de jaren heen

Het Kennisnetwerk deelt en ontwikkelt al sinds 2010 kennis en doet dit samen met partners in een netwerk. Eerst vanuit krimp, nu kijken we door de lens van een veranderende bevolkingssamenstelling naar bredere maatschappelijke opgaven in de drie provincies, die samen met de Faculteit en de Hanzehogeschool de partners zijn in het KKNN. Waarom kwam er zo’n netwerk en wat doet het eigenlijk?

De Regionale bevolkings-, allochtonen- en huishoudensprognose 2007-2025 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit juli 2008 laat als een van de eerste analyses zien dat de reeds zichtbare bevolkingsdaling in delen van Noord-Nederland (maar ook bv Limburg en Zeeland) van structurele aard is. “In de regio Zuid-Limburg en in het noordoosten van Groningen gaat het aantal huishoudens naar verwachting dalen. Deze gebieden kenden de laatste jaren al een daling van het aantal inwoners, terwijl het aantal huishoudens er ongeveer gelijk bleef. Sterfte speelt een belangrijke rol in de verwachte krimp; er wonen relatief veel ouderen in deze regio’s. Daarnaast verliezen deze gebieden huishoudens door verhuizingen en internationale migratie.”

Bron: Regionale bevolkings-, allochtonen- en huishoudensprognose 2007-2025

Van aantallen naar effecten

Gaat ‘krimp’ in het begin vooral over aantallen inwoners en huishoudens, al snel wordt de impact ervan op de samenleving steeds duidelijker. Dat blijkt ook uit het eerste Actieplan Bevolking uit 2009. In de inleiding staat het onomwonden. “De komende dertig jaar treedt in grote delen van Nederland bevolkingsdaling op. In ruim een kwart van de Nederlandse gemeenten daalt het aantal inwoners met 2,5% of meer. In totaal krimpt de bevolking in deze gemeenten met een kwart miljoen. Nederland staat daarmee aan de vooravond van een demografische omslag, een omslag van groei naar een situatie waarin delen van Nederland met groei en andere delen met krimp te maken krijgen. De omslag naar krimp doet zich namelijk niet in heel Nederland voor maar concentreert zich in bepaalde regio’s. Vooral in deze gebieden kan de omslag belangrijke gevolgen hebben: voor wonen, onderwijs, het voorzieningenniveau, arbeidsmarkt, zorg, bereikbaarheid. De demografische omslag vraagt daarom – na decennia van accommoderen van bevolkingsgroei – om een omslag in bestuurlijk denken. Bestuurders moeten af van de ‘automatische piloot’ gericht op bevolkingsgroei.”

Naast de prognoses van CBS en PBL als onderliggende bouwstenen van het actieplan is ook de verkenning van het zogenaamde Topteam Krimp van belang voor het noorden. Voor Groningen adviseert het topteam aan de provincie een steviger regierol te vervullen, met betrokkenheid van het voltallige college van Gedeputeerde staten via een Provinciaal Actieplan Krimp.

Uit: Dagblad van het Noorden 30 november 2010

Oprichting KKNN

In Noord-Nederland pakken de 3 provincies die handschoen gezamenlijk op in samenwerking met de Rijksuniversiteit, Hanzehogeschool en het Nidi (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut). In november 2010 is de oprichting van het Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland daarmee een feit. Financieel gesponsord door de provincies en inhoudelijk vanuit de kennisinstellingen begint het netwerk zich te vormen, ondermeer door middel van het organiseren van ‘krimpcafe’s’ in de regio. De bijeenkomsten zijn een groot succes en kennen een veelzijdig publiek. Het maakt duidelijk dat het onderwerp vele disciplines raakt.

De visualisatie door middel van het kaartje met krimp- en anticipeergebieden (gebieden met verwachte bevolkingsdaling in de nabije toekomst) door het Ministerie van BZK zette krimp definitief op de kaart.

Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •
Een gedachte bij de voorbereiding was dat niet alle provincies in het noorden er direct achter stonden , of beter gezegd, het woord krimp liever helemaal niet uitspraken. Leo van Wissen - RUG / NIDI, medeoprichter KKNN
Krimp- en anticipeergebieden in 2014
Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •
Ik herinner me onze gezamenlijke behoefte van het eerste uur aan een krimp gerelateerde leerstoel. We wilden hiermee bereiken dat er, samen met KKNN, meer en nadrukkelijker aandacht op nationaal niveau voor de krimpproblematiek in Noord-Nederland zou komen. Bettina Bock heeft hierin een fantastische bijdrage geleverd! Dorine Sibbes - Programmamanager leefbaarheid Provincie Groningen

Aanpak KKNN

Het KKNN stelt in 2012 met organisaties in het netwerk een kennisagenda op om handen en voeten te geven aan een van de drie peilers waar het netwerk om draait: kennis ontwikkelen. De agenda verzamelt en bundelt de onderzoeksvragen voor Noord-Nederland die lokaal en provinciaal overstijgend zijn. In 2013 verschijnt een update van de kennisagenda en in 2017 volgt een voorlopig laatste versie.

Ondertussen gaan de krimpcafe’s door, soms thematisch en soms met een regionale insteek. De contacten van de kennisinstellingen leiden ertoe dat ook buiten de landsgrenzen wordt gekeken naar hoe men daar met de veranderende bevolkingssamenstelling om gaat. Dit leidt tot een serie bijeenkomsten die onder de vlag KKNN Across the border plaatsvinden.

In 2020 is het tijd om het 10 jarig bestaan aandacht te geven. Door de corona-uitbraak is een groot congres niet mogelijk en wordt gezocht naar alternatieven. Die worden gevonden in de vorm van een aantal webinars, video’s en podcasts en uiteindelijk nog een online afsluitend symposium.

Krimpcafé in Eexterveen
Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •
Goede contacten en korte lijntjes zijn mijns inziens essentieel voor het samen werken aan de uitdagingen waar we voor staan. Het opgebouwde brede netwerk dat het KKNN is, vervult hierin een belangrijke rol Ida Nieboer - Beleidsmedewerker Krimp Provincie Groningen

Geen krimp maar nog steeds ongelijkheid

Ondertussen is de huizenmarkt in Nederland volledig vastgelopen en is er sprake van een groot woningtekort, ook in de voormalige krimpregio’s. Gemeenten laten het bouwcontignent los en slaan aan het bouwen. De bevolking daalt nauwelijks meer en gemeenten willen niet meer met het negatieve woordje ‘krimp’ geassocieerd worden. Echter de vergrijzing en de ontgroening van de gebieden aan de rand blijven, net zoals de achterliggende oorzaken waarom juist deze gebieden met krimp te maken kregen, zoals een dunnere bevolkingsdichtheid, verder verwijderd van de Randstad en een lagere economische ontwikkeling. Scheefgroei in de woningmarkt en verdwijnende voorzieningen zijn aan de orde van de dag. Het korten van het gemeentelijk budget van vooral plattelandsgemeenten maakt de situatie nog nijpender. Publicaties als ‘Land in Samenhang’ uit 2019 en ‘Elke regio telt!’ uit 2023 hameren er maar weer op dat de welvaart en daarmee de ontwikkelkansen van inwoners en regio’s niet gelijk zijn verdeeld. Er lijkt dus weinig gebeurd of geleerd te zijn sinds 2009.

Heroriëntatie

Sinds 2019 is de term ‘Brede Welvaart’ in swung geraakt en lijkt daarmee een allesomvattende oplossing voor regionale ongelijkheid, krimp en leefbaarheidsproblematiek te (willen) zijn. In zijn oorsprong is Brede Welvaart een andere manier om regio’s te vergelijken en niet enkel op basis van het BNP, geld dus. Er zijn meer factoren die van belang zijn om te bepalen of het leven ergens goed is. De ruime term maakt door haar veelheid aan factoren wel goed inzichtelijk waar een specifieke regio meer werk van moet maken. Den Haag heeft het ook liever niet meer over krimp en zoekt nieuw elan in ‘Regio’s aan de grens’. Vanaf 2022 zet het KKNN zich daarom steeds meer in het woordje krimp te vermijden en de focus te leggen op maatschappelijke opgaven bekeken door de lens van veranderende bevolkingssamenstelling. Een nieuwe huisstijl en website zijn daar een uitting van en de drie peilers van het netwerk staan na 13 jaar nog steeds overeind: netwerken, kennis delen en kennis ontwikkelen.