Nu krimp minder actueel lijkt, is het ook tijd om afscheid te nemen van de begrippen Krimpcafé en Kennisnetwerk Krimp. Kortom we gaan een nieuwe periode in met ons kennisnetwerk. Voor projectleider Elly van der Klauw voelt het heel natuurlijk om nu het stokje over te dragen aan een ander.
Door Eduard van den Hoff
Hoe kwam jij in 2016 vanuit de Krimpenerwaard in Zuid-Holland eigenlijk bij het KKNN terecht?
“Van huis uit ben ik sociaal geograaf en in 2011 volgde ik een masterclass Krimp van professor Leo van Wissen. Ik maakte voor het eerst kennis met de stad Groningen en dat beviel me zeer goed. Vervolgens heb ik een aantal krimpcafés bezocht van het KKNN. Krimp fascineert me, omdat de meeste mensen en het meeste beleid op groei is gericht. Door de krimp kreeg je hier ook veel burgerinitiatieven, en die vind ik heel inspirerend. In Zuid-Holland heb ik zelfstandig een aantal krimpcafés georganiseerd die vergelijkbaar waren met die van het KKNN. Toen de functie van Angelique van Wingerden (toen projectleider) vrij kwam, heb ik direct gesolliciteerd. De opzet van het KKNN vind ik ook bijzonder mooi: die is gestoeld op een goede samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool, en de drie provincies.
Wat denk je dat in jouw voordeel heeft gepleit in de aanstelling tot projectleider?
“Wellicht mijn vaardigheden. Ik heb in het onderwijs gewerkt, ben journalist geweest, was actief in de politiek, ben zelfs een periode wethouder geweest, heb een academische achtergrond, heb interesse in het platteland, enzovoorts. Maar misschien is het allerbelangrijkste dat ik een verbinder ben. Verbinding is heel belangrijk binnen het KKNN: burgerorganisaties, wetenschap, onderwijs, politiek, overheid, sociaal domein, woningcorporaties, adviesbureaus, ondernemers, enzovoort: ze ontmoeten elkaar in het krimpcafé en delen kennis met elkaar.”
In die zes jaar heb je zo’n 20 Krimpcafés en talloze andere activiteiten georganiseerd, wat voor ontwikkeling zag je in de loop der jaren ?
“De onderwerpen veranderden. In het begin waren de onderwerpen heel dringend en praktisch. Het ging over de sluiting van de school of de supermarkt. Of hoe herstructureer je woonwijken en winkelstraten met leegstand? Door onderzoek en door de jaren heen weten we nu ook dat door voorzieningen anders te organiseren, gemeenschappen levendig kunnen blijven. Burgerinitiatieven en een andere relatie met overheden zijn daarbij erg belangrijk. De demografische veranderingen hebben we ook verbonden met andere veranderingen zoals schaalvergroting in de zorg of in de retail (winkels), mobiliteit of de energietransitie. Met minder mensen, met minder jongeren, maar met inwoners die verbonden zijn met hun dorp of streek toch de regionale vitaliteit proberen overeind te houden. Naast de RUG en de Hanzehogeschool probeerden we in het onderzoek trouwens ook anderen zoals NHL Stenden, of MBO’s en de provinciale planbureaus te betrekken om samen antwoord op vragen te kunnen geven. Door aan te sluiten bij actuele vragen en het onderzoek toegankelijk te presenteren hebben we de belangstelling voor het KKNN goed weten te behouden.”
Krimpcafés vonden steeds plaats op wisselende locaties. Was dat lastig te organiseren?
“Nee, helemaal niet. Er zijn in het Noorden heel veel bijzondere plekken, buurthuizen, of cultureel erfgoed, die een verhaal vertellen. Neem alleen al de unieke dorpshuizen die door vrijwilligers in de lucht worden gehouden. Daar werden we de ene keer heel professioneel ontvangen, een andere keer wat minder. Dat maakte het leuk. Uit een enquête bleek dat de bezoekers graag verrast wilden worden qua locatie. Ik denk dat we daarin zijn geslaagd. Wel vormde de bereikbaarheid per openbaar vervoer wel eens een probleem, dus streken we ook wel eens in de provinciehuizen neer.”
Die reistijden waren voorbij toen corona je tot online activiteiten noopte. Hoe was die tijd?
“Dat was in het begin zeker lastig. We wilden toch het netwerk in de lucht houden. Gelukkig konden we met onze webinars zeker in het begin op veel belangstelling rekenen. Later kregen we een studio tot onze beschikking waarin we met zo’n vier personen konden acteren. Er zijn ook podcasts ontwikkeld, we hebben filmpjes geproduceerd, en een virtuele wandeling door Delfzijl gemaakt. Ons jubileumjaar in 2021 hebben we gevierd met een digitale bijeenkomst die live werd gestreamd vanuit de Energybarn. Ook de Rijksbouwadviseur voor de Fysieke Leefomgeving was aanwezig. Dat evenement trok veel online-bezoekers.”
Gedurende twee jaar corona veranderde de buitenwereld. Krimp lijkt te zijn opgelost. Hoe speel je daarop in?
“Tja… Is het een trend of incident? Kijk je bij een makelaar in Delfzijl in de etalage, dan zie je dat er meer huizen zijn verkocht dan er te koop staan. Het terrein dat aan burgers in bruikleen werd gegeven voor de ontwikkeling van een publieke tuin, Groen voor Rood in Delfzijl, wordt deels teruggenomen om er de uitbreiding van de school mogelijk te maken. Maar de demografische veranderingen zetten desondanks door. Denk aan de vergrijzing, arbeidsmarkt, wonen, enzovoorts. Het luidt een nieuwe fase in voor het KKNN en daarom draag ik graag het stokje over aan een nieuwe projectleider.”
Waar ben je trots op als je achterom kijkt?
“Toch wel dat we steeds weer op nieuwe manieren kennis konden delen, online maar vooral op prachtige plekken. Bezoekers moesten soms lang rijden maar waren vaak verrast door het landschap en waar ze nu weer terecht kwamen.
Voor mij lag het succes van de cafés vooral in bezoekers die mij na afloop bedankten en aangaven dat ze met de opgedane kennis of door het maken van afspraken ‘morgen verder konden’. Die netwerkfunctie moet zeker behouden blijven!”
Wat ga je nu doen?
“Ik blijf verbonden aan de Hanzehogeschool en ga een tweetal onderzoeken doen. Thema’s zijn betaalbare huisvesting voor middeninkomens en woonvormen voor ouderen. Die onderzoeken zijn deels in het noorden en deels in andere delen van Nederland. Vooral de vraag waar en hoe willen ouderen wonen is nu erg relevant, gezien de wooncrisis en de vergrijzing. Daarna kijk ik wel weer of en hoe ik verder ga. Eén ding is wel zeker: hoe de krimpcafés ook mogen heten in de toekomst, ik blijf er voorlopig nog wel een vaste gast.”