Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •

De belofte van het slimme huis

Over zorgtechnologie wordt de afgelopen tijd vaak en veelbelovend gesproken. Door vergrijzing, groeiende personeelstekorten en oplopende kosten in de zorg, neemt het belang van technologische toepassingen toe. Hulpmiddelen als zelfmeetapparatuur, slimme lampen en robotica zouden de zelfzorg kunnen verbeteren en de werkdruk verminderen. Maar, voor we zover zijn is er nog veel te doen. Een van de grootste uitdagingen is om te zorgen dat de ontwikkelde technologie beter aansluit bij de belevingswereld van cliënten en hulpverleners. In deze longread worden drie ‘slimme huizen’ in de regio uitgelicht waar op lokaal niveau wordt gewerkt aan de toepassing van technologie in de zorg thuis. Deze projecten dragen bij aan én geven inzicht in een aantal essentiële voorwaarden voor het overbruggen van de kloof tussen de wereld van zorgtechnologie en het alledaagse leven van (oudere) mensen, zoals een betere samenwerking tussen belanghebbenden, en het overwinnen van heersende vooroordelen over technologische hulpmiddelen en ouder worden.

De afgelopen jaren zijn op allerlei plaatsen in Nederland ‘slimme huizen’, ‘zorghuizen’ of ‘huizen van morgen’ ingericht. Hier kunnen bewoners, studenten, mantelzorgers en professionals kennismaken met technologische hulpmiddelen in de zorg en het langer thuis wonen. Niet per toeval vinden veel initiatieven en innovaties op dit thema plaats in regio’s aan de randen van ons land. Hier is het aantal ouderen het grootst en het tekort aan zorgpersoneel het meest nijpend. De uitdagingen waar dunbevolkte regio’s zoals Zeeuws Vlaanderen, Noordoost-Groningen en de Achterhoek nu en in de toekomst voor staan, maakt de zoektocht naar de mogelijkheden van technologie voor hen het meest pregnant.

In de longread staan drie projecten centraal: De Zeeuwse Huiskamer in Zeeland, het ZorgTechnologiehuis in Winschoten en het verplaatsbare huisje TOOS. Zij richten zich alle drie op het wegnemen van koudwatervrees bij zowel de zorgvrager als de zorgprofessional ten aanzien van zorgtechnologie, maar ook op het samenbrengen van de verschillende werelden rondom zorgtechnologie, zodat geleerd wordt om ‘de mensen en hun leefwereld als uitgangspunt te nemen’ en te anticiperen op je eigen oude dag. Dit levert veel waardevolle inzichten op, zoals dat technologie niet ingewikkeld hoeft te zijn, maar het soms om hele simpele oplossingen gaat zoals een led-zaklamp of grijpstok. Bovendien wordt geleerd om technologie als middel te zien, en niet als doel. Hoewel er nog een lange weg te gaan is voordat zorgtechnologie toegankelijk en bereikbaar genoeg is om haar beloftes waar te maken, leveren de projecten alvast een belangrijke bijdrage aan het letterlijk en figuurlijk ‘dichter bij huis brengen’ van zorgtechnologie.