Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •

Kennisagenda krimp (KKNN)

Over de kennisagenda van het KKNN

Het Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN) is op 29 november 2010 opgericht door de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW) van de Rijksuniversiteit Groningen en het Kenniscentrum Noorderruimte van de Hanzehogeschool Groningen, in opdracht van de drie noordelijke provincies. Het doel van het netwerk is drieërlei: een kennisnetwerk opzetten, kennis delen1 en kennis ontwikkelen.

Deze kennisagenda richt zich op het onderdeel kennisontwikkeling. In het projectplan van het KKNN staat het ‘ontwikkelen van een onderzoeksagenda en programma voor (wetenschappelijk) onderzoek’ als doelstelling geformuleerd. Als motief hiervoor wordt gegeven dat ‘er in de noordelijke regio een aantal gezamenlijke onderzoeksvragen bestaan, die lokaal en provinciaal overstijgend zijn, maar waarvoor het nationale schaalniveau te algemeen is. Voorbeelden hiervan zijn: hoe de zorg voor ouderen te organiseren in een steeds ijler wordende regio?, hoe om te gaan met de verhouding tussen groeiende steden en een krimpend platteland? en in welke mate verschillen de huidige en toekomstige demografische ontwikkelingen in de kleine kernen van de noordelijke provincies van de regionale ontwikkelingen van krimp en veroudering’?

De (onderscheidende) kennis en expertise die bij de noordelijke kennisinstellingen(NHL Hogeschool, Stenden Hogeschool, University College Fryslân, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hanzehogeschool Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen) aanwezig is zal bij het beantwoorden van de onderzoeksvragen worden aangewend. De ontwikkeling van een gezamenlijk onderzoeksprogramma, en het uitvoeren van concrete onderzoeksprojecten, kan in de bestaande kennisleemtes voorzien. Binnen het KKNN is de RUGFRW op de eerste plaats verantwoordelijk voor het opstellen van de kennisagenda, maar de uitvoering van de agenda ligt bij alle kennisinstellingen en andere onderzoeksorganisaties.

Het KKNN fungeert als centraal aanspreekpunt voor de kennisagenda en beoogt het overzicht te hebben over de onderzoeksactiviteiten die worden uitgevoerd. Daarnaast ziet het KKNN een rol voor zichzelf in de vraagarticulatie voor het onderzoek en in het verspreiden van de onderzoeksresultaten. Wat betreft het eerste kan dat bijvoorbeeld door op de benoemde thema’s expertmeetings te organiseren, waarbij de verschillende partijen binnen het KKNN samen kunnen bekijken welke onderzoeksvragen de meest urgente zijn, te inventariseren wat in de regio of in andere regio’s al gebeurt t.a.v. deze vragen, en gezamenlijk een strategie te bedenken om tot beantwoording van de vragen te komen (inclusief financieringsstrategie). Deze rol neemt het projectbureau van het KKNN graag op zich.
Een uitvoeringsprogramma (incl. financiering) maakt geen onderdeel uit van deze kennisagenda. Het is duidelijk dat de nodige financiering gevonden moet worden voor het onderzoek, maar daar is op dit moment geen zicht op. Wel worden er door verschillende organisaties bij fondsen subsidieaanvragen ingediend voor het uitvoeren van onderzoek.

Deze noordelijke kennisagenda krimp is tot stand gekomen door bestudering van bestaande (landelijke) kennisagenda’s en onderzoeksrapporten over krimp diverse gesprekken met de stakeholders binnen het netwerk en na consultatie van verschillende stakeholders in het krimpwerkveld2.
Ten slotte: het is de bedoeling om deze kennisagenda niet statisch, maar dynamisch te maken. Ten behoeve hiervan denken we aan het ontwikkelen van een format op de website van het KKNN, dat het aanpassen van de onderzoeksvragen aan de meest recente stand van kennis en behoefte aan kennis makkelijk(er) moet maken.