De problematiek van krimpgebieden lijkt te verschuiven. Tot 2012 hield ik als woningcorporatiebestuurder van ECW / Wooncom / Lefier opgewekte krimpverhalen over de vier lagen die de werkelijkheid van de krimp vormen, te weten participatie / bestuurlijke vernieuwing, leefbaarheid, voorzieningen en de woningvoorraad. Daarin zouden de burgerparticipatie en bestuurlijke vernieuwing en de leefbaarheid de grootste opgaven zijn. Voorzieningen in krimpgebied waren op hoog niveau te creëren, mits er maar gekozen werd: ‘Niet overal kan alles’, maar met goede aandacht voor verbindingen en bereikbaarheid zou de bevolking van krimpgebied kunnen profiteren van eersteklas voorzieningen. Het woningvraagstuk leek me nog het gemakkelijkst. In de praktijk werd aangetoond dat een corporatie door een combinatie van verkoop en sloop duizenden woningen kon krimpen en toch voldoende aan nieuwbouw, kwaliteit van de woningvoorraad, gematigde huurprijzen en leefbaarheid en woonomgeving kon doen. Door het krimpen van de sociale huurwoningvoorraad bleef er een evenwicht bestaan voor het particuliere woningbezit, waardoor ook op de lagere prijsniveaus woningen voor mensen met lagere inkomens bereikbaar bleven en geen woningen door het ijs zakten.
Download hier het gehele pleidooi van Ton Selten .