Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •

Verslag Kenniscafé: Elke Regio Telt, en nu? 29 januari Alteveer

‘Elke regio heeft zijn eigen identiteit en kracht’

Dorpshuis De Alke in het Drentse Alteveer was eind januari het decor voor het kenniscafé Elke regio telt, wat nu? De vraag verwijst naar het rapport dat in maart 2023 is verschenen en waarin wordt gepleit voor een Rijksbeleid met meer oog voor de regio. De vraag werd als eerste beantwoord door Marijn Molema, strategisch adviseur bij de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM).     

Door Henk Dilling

[Onderaan deze pagina vindt u de presentaties van de sprekers.]

Foto’s: Harma Kaput.

In het rapport Elke regio telt! (ondertitel: een nieuwe aanpak van verschillen tussen regio’s) roepen de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en de Raad voor het Openbaar Bestuur het kabinet op het regionaal beleid te wijzigen. Het huidige beleid versterkt vooral regio’s die al sterk zijn, aldus de raden. Vooral  randgebieden zijn achterop geraakt als het gaat om de hoogte van het gemiddelde inkomen, de kwaliteit van de leefomgeving, de beschikbaarheid van publieke voorzieningen zoals onderwijs, zorg en openbaar vervoer, de werkgelegenheid en de beschikbaarheid van culturele voorzieningen en ontmoetingsplekken.

Economische motor 

‘Niet voor niets voelen veel mensen in de regio’s zich overgeslagen bij investeringen van het Rijk in de economie, de zorg, de infrastructuur, het openbaar vervoer, de culturele voorzieningen en het onderwijs’, concludeerde Marijn Molema. ‘Ze hebben het idee dat het Rijk niet begrijpt wat er in de regio speelt.’ Vanaf de naoorlogse jaren in de vorige eeuw is een uiteenlopend regiobeleid gevoerd, zo vervolgde hij. Aanvankelijk was dat beleid in het bijzonder gericht op het ondersteunen van kwetsbare gebieden. Daarna werd financieel rendement op nationaal niveau de norm. De aandacht ging vooral uit naar het versterken van de Randstad als economische motor van het land. Via het Kernzonebeleid en de krimpregio volgden de Regio Deals. Het Rijk stelde hiervoor in 2017 bijna 1 miljard euro beschikbaar. En nu is er Elke regio telt!

Elke regio is uniek

In het rapport staan drie aanbevelingen: herijk de reguliere beleids- en investeringslogica van het Rijk, investeer in langjarige en substantiële programma’s voor regionale ontwikkeling en werk aan een vitale relatie tussen regio’s en rijksoverheid. Het kabinet neemt de adviezen als vertrekpunt voor nieuw beleid. Dat is mooi, stelde Molema, maar het is wel belangrijk om er samen met inwoners, medeoverheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties mee aan de slag te gaan. Ook benadrukte hij het belang van toetsing van het effect van nieuw beleid op de regio. ‘Want elke regio is uniek, heeft zijn eigen identiteit en kracht en beleidskeuzes hebben voor elke regio andere gevolgen.’ Aan het slot van zijn verhaal trakteerde de spreker de zaal op een proefballon: ‘Stel een regionaal orgaan in het leven dat nadenkt over kansen en de regio leert om haar eigen krachten te herkennen en erkennen en zich verder te ontwikkelen door kennis van buiten naar binnen te halen en te schakelen met andere regio’s.

Deelsessie 1 – Noordelijke strategie beleids- en investeringslogica + proces regioplan Noard-Fryslân

Door Eduard van den Hoff

Het huidige rijksbeleid versterkt vooral die regio’s die al sterk zijn. Andere regio’s zien hierdoor hun voorzieningen verschralen. Dit vergt nieuwe investeringslogica volgens Egbert de Vries en Sjoerd Hoekstra (beide Provincie Fryslân).

Volgens Egbert verloor het Rijk haar voelsprieten met de regio toen bijna alle rijksdiensten weer in de Randstad werden geconcentreerd. Tel daarbij het gedachtengoed van de politiek op dat er vanuit ging dat er vooral in de sterke regio’s geïnvesteerd moest worden, positieve effecten zouden wel doordruppelen naar zwakkere regio’s, en het concept voor een ongelijke Brede Welvaart was geboren. De regio’s verloren hun vertrouwen in de overheid, temeer omdat ze ook nog eens tegen elkaar werden uitgespeeld in de gunst om investeringen.

Waardering voor de regio
Met alle problemen rondom energie, het woningtekort en de stikstofopgave ontstond een andere waardering voor de regio: in maart 2023 verscheen het rapport ‘Elke Regio Telt’ waarin gepleit wordt voor een evenwichtiger rijksbeleid met een sterkere oriëntatie op de regio. Dit leidde tot een aantal aanbevelingen voor het realiseren van Brede Welvaart voor álle regio’s. Hiervoor zijn langjarige programma’s nodig, net als vitale relaties met de regio’s en de mogelijkheid tot bundeling van budgetten voor samenhangende oplossingen.

Cultuuromslag
Als voorbeelden van investeringslogica van Rijksinstrumenten die vooral de sterke regio’s bevoordelen, haalt Egbert o.a. de Integrale Mobiliteitsanalyse, de MKB Innovatiestimulering Topsectoren, normeringen voor specialistische zorgbehandelingen en stimulering woningbouw aan. Om de bevoordeling van sterke regio’s te keren, is inzet op twee sporen nodig. Ten eerste een doorontwikkeling van beleids- en investeringslogica die inzet op een cultuuromslag bij departementen. Ten tweede een gebiedsgerichte aanpak waarbij de behoefte van de regio en een gewenst toekomstperspectief centraal staan.

Rechtvaardigheid
Het Noorden moet nu een strategie ontwikkelen die erop gericht is dat investeringen meer gebalanceerd zijn en tevens voldoen aan een rechtvaardigheids- en gelijkheidsprincipe. Verder moet het Noorden een wetenschappelijke onderbouwing ontwikkelen en de samenwerking aangaan met andere benadeelde regio’s. Tot slot dient er een besef te ontstaan dat investeren in Noord-Nederland goed is voor heel Nederland. Het lijkt erop dat de strategie gehoor vindt in Den Haag. Zo wil minister Uitermark van BZK dit jaar met het Nationaal Programma Vitale Regio’s het eigen karakter en de kracht van elke regio versterken.

Langjarige agenda’s
Omdat Frouke de Vries ziek is, valt Sjoerd Hoekstra van provincie Fryslân in. Hij is voorstander van een gebiedsgerichte aanpak en langjarige agenda’s. Wat lastig is bij de invulling van die agenda is dat een regio als Noordwest-Fryslân behoorlijk verschilt van Noordoost-Fryslân. Zo vallen bereikbaarheid en werk in het noordoosten veel ongunstiger uit dan in het noordwesten. Uiteindelijk moeten langjarige agenda’s een vertaling krijgen in regioplannen die als basis dienen voor de uitwerking van de gebiedsgerichte inzet per vier jaar in de komende 20 jaar.

Opmerkingen en vragen vanuit het publiek:

  • Voor grote investeringen wordt vaak cofinanciering gevraagd. Het zou eerlijker zijn als minder sterke regio’s ook minder hoeven te co-financieren.
  • Hoe kun je de slagkracht vergroten in de regio? Met een goed dekkend ambtenarenapparaat over het hele land. Zij kunnen het voorwerk doen zodat bestuurders later het beleid slechts hoeven af te hameren.
  • We moeten ons in de benadering van Den Haag geen slachtofferrol aanmeten. Het is beter een verhaallijn te ontwikkelen die aangeeft dat een investering in het Noorden in het voordeel van heel Nederland is.
  • Als er veel woningen worden gebouwd in het Noorden, heb je nog geen werk gecreëerd. Emmen is een goed voorbeeld van hoe je dat wel doet, namelijk met investeringsaftrek voor bedrijven. Dat initiatief heeft een behoorlijke spin-off opgeleverd.
  • Binnen het kader van ‘Elke regio telt’ is het ook belangrijk om buiten de grenzen te kijken. Helaas heerst er binnen de overheid nogal wat achterdocht als het om het buitenland gaat.
Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •
Investeren in Noord-Nederland is goed voor heel Nederland Egbert de Vries - Senior Beleidsadviseur Provincie Fryslân

Deelsessie 2 – Starten van processen vanuit ambtelijke bril

Door Henk Dilling

In de deelsessie van Karl Sluiter, strategisch concernadviseur en directiesecretaris bij Gemeente Stadskanaal, ging het over de processen die op gang kwamen na de publicatie van Elke regio telt! Maar ook over de mentaliteitsverandering die volgens hem nodig is om aan de randen van Nederland daadwerkelijk meters te maken.

Politiek gezien kon het rapport niet op een beter moment verschijnen dan in het voorjaar van 2023, opende Karl Sluiter. Elke regio telt! was koren op de molen van de grote winnaars van de provinciale statenverkiezingen: BBB, NSC en PVV. ‘Meer dan veel andere partijen hadden zij in hun verkiezingscampagne oog en oor voor de regio een prominente plek te geven.’ Naar aanleiding van het rapport werden in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken regiodialogen georganiseerd met tien regio’s aan de randen van Nederland. Belangrijkste onderwerp van gesprek: wat heb je nodig om er op termijn structureel op vooruit te gaan?

In negen van de tien regio’s zijn die gesprekken inmiddels gevoerd. Alleen in Noord-Oost-Groningen (Stadskanaal, Oldambt, Pekela, Veendam, Westerwolde) nog niet. ‘Bij ons lopen al veel programma’s’, motiveerde Sluiter de pas op de plaats. ‘Denk aan Regio Deals en masterplannen die in samenwerking met maatschappelijke organisaties en inwoners en met de ministeries tot stand zijn gekomen. Om te voorkomen dat je door de bomen het bos niet meer ziet hebben we BZK gevraagd om de Dialoog later te mogen voeren.’

Te ver van het Binnenhof  

Voor een betere spreiding van kennis en infrastructuur, zoals het rapport bepleit, is naast goede wil vooral een mentaliteitsverandering nodig, zo vervolgde hij. ‘Als het overgrote deel van de Nederlanders het idee heeft dat het Noorden een achtergesteld gebied is en dat je veel beter in de Randstad kunt wonen, dan gaat het hier nooit veranderen. En wat ook niet meehelpt is de wetenschap dat tachtig procent van de Rijksambtenaren die zich bezighouden met de ontwikkeling van Nederland in de vier grote steden woont. Wat ik illustratief vind is de verhuizing van het ministerie van Onderwijs in de negentiger jaren van Den Haag naar een splinternieuw pand in Zoetermeer. Amper tien jaar later werd dat teruggedraaid omdat men vond dat Zoetermeer te ver van het Binnenhof is.’

Elke regio telt! laat niet alleen zien dat een deel van Nederland achterop is geraakt, maar toont  tegelijkertijd aan dat de Randstad een tot de nok toe gevulde en oververhitte kookpan is geworden, stelde Sluiter. ‘Te veel bedrijven, netcongestie, eeuwige files. Als je pleit voor spreiding en voor gelijkwaardigheid, dan moet er bij ons iets bij en in de Randstad wat af. Wij hebben de ruimte om de balans te herstellen. Daar kunnen wij ook de vruchten van plukken. Als een deel van de mensen die nu in drukke, overbevolkte gebieden leeft en werkt hier naartoe komt zou dat wel eens goed kunnen zijn voor onze economie en voorzieningen. Dat is een gedachte die je niet mag negeren.’

Deelsessie 3 – Uitvoeringskracht en verbeeldingskracht in Zuid- en Oost Drenthe

Door Bart Breman

Als strateeg bij de gemeente Emmen houdt Marieke De Vries zich bezig met de Regio Deals: het overheidsprogramma om groei in de regio te stimuleren. Overheid en regio stellen geld beschikbaar en de regio komt met ideeën om zaken als werkgelegenheid en leefbaarheid te stimuleren. ‘Maar hoe laat je zo’n Regio Deal nou echt voor je werken?’ vraagt De Vries retorisch. ‘Met uitvoeringskracht én verbeeldingskracht!’

Uitvoeringskracht

Allereerst moet het rijk een goed beeld hebben van de regio, legt De Vries uit. Op de beamer tovert ze een serie typisch Drentse beelden tevoorschijn: heidevelden, bruine bonen en schapen. ‘Hier hebben we dus geen zin in,’ schampert ze. ‘Wij willen juist laten zien waar kansen zitten, wat er écht gebeurt en waar de mogelijkheden liggen.’

De Vries laat een indrukwekkende lijst een aan initiatieven en samenwerkingen zien: de Dutch Techzone levert technisch vakmanschap, via de Regio Deal is er een Hbo-opleiding in Emmen gekomen en er wordt gewerkt aan de Nedersaksenlijn.

Daar tegenover staan grote opgaven, laat De Vries zien. De kernopgaven op het gebied van Gezondheid & Armoede, Wonen & Leven, Werken & Leren en Bereikbaarheid & Voorzieningen hangen nauw met elkaar samen, maar worden vaak onafhankelijk aangepakt. ‘En dat geeft problemen. Het is als een Jengapuzzel: als je een paar verkeerde stukjes weghaalt stort alles in.’

Verbeeldingskracht

‘Daarom moeten we het over verbeeldingskracht hebben,’ betoogt De Vries en ze  laat een fragment van Back to the Future zien, de jaren ’80 film waarin mensen door de tijd reizen. Omdat het verleden wordt veranderd, verandert de toekomst ook. Dat gegeven geldt ook voor openbaar bestuur: ‘Alles wat we nu doen heeft effect op onze toekomst.’

‘Als bestuurders werken we van opgaven naar ambities en via doelen naar actielijnen,’ licht ze toe, terwijl de beamer volloopt met de ambities en doelen van Zuid-Oost Drenthe. ‘Maar,’ citeert De Vries de Amerikaanse politicus Donald Rumsfeld, ‘er zijn dingen waarvan we niet weten dat we ze niet weten.’ Hoe verder je vooruitkijkt, des te meer onzekerheden komen er in het spel.

Dat principe kun je gebruiken om op een andere manier naar openbaar bestuur te kijken, vervolgt De Vries. Via onderzoekend ontwerp kun je naar mogelijke uitkomsten bewegen en verder gaan naar gewenste uitkomsten. Door te handelen vanuit het onbekende, stel je jezelf open om mogelijke toekomsten te gaan begrijpen en zo een naar een gewenste toekomst te gaan.

In de zaal gaat een vinger omhoog. Het klinkt mooi, maar nogal abstract, wordt er gezegd. ‘Dat klopt,’ zegt De Vries. ‘Daarom willen we beide uitgangspunten toepassen. Het is prima om te werken met de structuren die je kent, maar door daarnaast te brainstormen, te experimenteren en te verkennen kun je veel leren,’ vertelt ze. ‘Ga met mensen om tafel en haal nieuwe input op onbekende plaatsen.’

In de zaal ontstaat een geanimeerd gesprek. ‘Is het niet moeilijk om zo’n werkwijze in de praktijk toe te passen?’ wordt gevraagd. De Regio Deals lopen tenslotte via een vaste structuur en een nieuwe werkwijze implementeer je niet zomaar. ‘Dat klopt,’ antwoordt De Vries. ‘Maar door het onbekende te omarmen kun je de belangrijke opgaven van je eigen regio misschien wel beter en in elk geval creatiever te lijf gaan.’ Terwijl er druk verder wordt gesproken over wat wel kan en hoe je als bestuurder de ruimte kunt pakken om op zoek te gaan naar onbekende data wijst er iemand op een horloge. De tijd is om.