Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •

Verslag Kenniscafé Herbestemming 4 april ’t Zandt

Op 4 april vond in ’t Zandt ons Kenniscafé over Herbestemming plaats. De middag bestond uit een tweetal lezingen en na de pauze twee tafelgesprekken.Onderaan dit verslag staan de presentaties en kunt u de volledige audio opname van de middag beluisteren.
De foto’s zijn van Harma Kaput.
Projectleider KKNN Clemens Gielingh

Door Bart Breman

’t Zandt is een snelkookpan, zo wordt bij de start van het kenniscafé in het Noord-Groningse dorp gezegd. Alles komt er namelijk samen; er zijn zorgen over het klimaat, woningbouw, erfgoed en veiligheid, die laatste niet in het minst omdat ’t Zandt midden in het aardbevingsgebied ligt. Wat betekenen deze vraagstukken voor een dorpsgemeenschap? Hoe ga je om met leegstand of leegloop? En kan het herbestemmen van een gebouw of gebied voor nieuwe impulsen en frisse energie zorgen? Daarover gaat het deze middag, in het Dorpshuis.

Herbestemming om wat van waarde is te behouden
Herbestemming is van alle tijden, betoogt Eefje van Duin, die haar hele carrière al is ‘ondergedompeld in het erfgoed’. Ze is onder andere directeur-bestuurder van de Monumentenwacht in Drenthe, Flevoland, Friesland en Overijssel en voorzitter van de Federatie Instandhouding Monumenten. Het herbestemmen van erfgoed, zo vertelt ze, kan nieuwe ontwikkelingen aanjagen.Om te laten zien hoe dat werkt neemt ze het publiek mee naar haar dorp, Noordhorn. Ze laat foto’s zien (“Ik heb ze gisteravond gemaakt!”) van enkele gebouwen; een boerderij, de oude herberg en het schooltje. Het zijn gebouwen die niet alleen gezichtsbepalend zijn, maar ook een emotionele waarde vertegenwoordigen. Toch, betoogt Van Duin, stonden ze allemaal leeg en in een enkel geval zelf op de nominatie om gesloopt te worden. Maar dat gebeurde niet. De boerderij en het schooltje zijn opgeknapt en hebben een woonfunctie gekregen. In beide panden zijn verschillende appartementen geplaatst. Ook de herberg is gekocht; na jaren leegstand wordt er nu gerestaureerd.

Eefje van Duin
Hanzehogeschool Groningen • Rijksuniversiteit Groningen •
Herbestemming van een gebouw is de meest duurzame keuze. Sloop-nieuwbouw de minst duurzame, de productie van bouwmaterialen heeft een enorme milieu-impact. -
Maar een woonfunctie is niet de enige herbestemmingsoptie. In Gouda, bijvoorbeeld, stond een prachtige oude fabriek al 35 jaar leeg. “Toen ik er voor het eerst binnenkwam moest ik door een centimeters dikke laag duivenpoep lopen,” lacht Van Duin. In het omliggende gebied kwamen nieuwe huizen, horeca en een hotel en daar ging het pand in mee. Na enige opstartproblemen is er tegenwoordig een restaurant gevestigd, met veel toeloop van binnen en buiten de buurt. “En ja, dat kan ook in Groningen,” zegt Van Duin. In Siddeburen, bijvoorbeeld, waar steeds meer voorzieningen verdwenen. Om daar iets aan te doen werd een oude kerk opgekocht en verbouwd tot multifunctioneel centrum, waar diverse partijen en organisaties hun plek in kregen. Zo zorgt herbestemming, dankzij lokaal initiatief, voor behoud van voorzieningen en voor nieuwe energie.
Herbouwen om te groeien
Het herbestemmen van oude gebouwen kan een vliegwiel zijn voor de verdere ontwikkeling van een gebied of dorp, vindt ook Rob Hendriks, architect en oud-stadsbouwmeester van Enschede. Maar waar Eefje van Duin naar dorpskernen kijkt, legt Hendriks de focus op de buitengebieden. Neem nu de grote boerderijen, die je overal in de provincie vindt. Duur, soms bijna onbetaalbaar in het onderhoud en vaak zo groot dat je als eigenaar niet goed weet wat je er mee moet doen.
Rob Hendriks
Ook deze gebouwen lenen zich voor herbestemming, vertelt Hendriks. Door ze een nieuwe woonfunctie te geven kun je het gebouw én het omliggende gebied vooruit helpen. Met zijn project Erfvrienden wil Hendriks in contact komen met eigenaren die op zoek zijn naar een nieuwe bestemming voor hun boerderij. Collectief wonen is bijvoorbeeld een steeds populairder wordende mogelijkheid. In zo’n geval worden er bijvoorbeeld appartementen in een schuur geplaatst en woon je dus met meerdere mensen op het boerenerf. Goed voor de sociale verhoudingen en goed voor de sociale mobiliteit in de directe omgeving. Maar ook een nieuwe invulling als zorgboerderij of herbestemming als een Bed & Breakfast zijn opties om een boerderij te behouden voor de toekomstige generaties.“Bewoners en gemeentes willen echt wel,” vertelt Hendriks, maar toch lopen dit soort initiatieven vaak vast in de ambtelijke molens. Daarom biedt Hendriks met zijn Erfvrienden een quickscan aan, voor geïnteresseerde eigenaren. Er wordt gekeken naar de staat van het gebouw, de wensen en mogelijkheden worden besproken en er wordt een kostenplaatje opgesteld. Vanuit dat plan kan verder gewerkt worden, in samenspraak met de gemeente en de dorpsgemeenschap. “En ja,” weet Hendriks, “alles slopen en iets nieuws bouwen is altijd goedkoper. Maar een gebouw behouden doe je om andere redenen.”Als extra beeldmateriaal vroegen we enkele studenten van de opleiding Communication & Multimedia Design om beelden van herbestemmingsprojecten in Noord-Nederland te schieten.
Verbinding op de camping en de boerderij
Na de twee sprekers volgen de tafelgesprekken. Ondernemers Drewes Wildeman en Jan Does komen aan het woord. De eerste is sinds jaar en dag inwoner van ’t Zandt, waar hij Landgoed DeCamping runt. Het is een camping én een sociaal dorpsbedrijf, bedoeld voor gasten die wat extra zorg en aandacht nodig hebben. Het is ook een plek waar het hele dorp elkaar tegenkomt. “Mensen blijven altijd een paar dagen langer dan ze dachten,” vertelt Wildeman met een knipoog. “Zelfs de Groningers.”Wildeman heeft zich gevestigd op het oude voetbalveld, dat hij langzaam heeft omgevormd tot een plek waar iedereen zich thuis voelt. Hij krijgt de lachers op zijn hand met verhalen over zijn gasten. Het gaat over een filmmaker uit Zweden, die zijn mentale rust hervond en over een Schot, die op zijn fiets naar ’t Zandt kwam en uiteindelijk anderhalf jaar bleef.Landgoed DeCamping is belangrijk voor de sociale samenhang in het dorp, vertelt Wildeman. Het zorgt voor cohesie én nieuwe ontwikkelingen. Ideeën voor waterpartijen mondden uit in serieuze plannen voor de herinrichting van het omliggende gebied. In samenwerking met studenten van het Alfa College, die een haalbaarheidsonderzoek deden, zijn er inmiddels concrete voorstellen om het terrein te ontwikkelen.
Drewes Wildeman

Ook het ondernemerschap van Jan Does heeft een sociale insteek. Hij is betrokken bij het project Woldwijk in Ten Boer. Het is een lap grond van zo’n 40 hectare, inclusief een monumentale boerderij; Hoeve Dijkshorn. Geplande woningbouw op het gebied liep vast. Does en zijn collega’s sprongen in het gat en gingen aan de slag met een herbestemmingsplan. Tegenwoordig wordt Woldwijk gerund door een coöperatie, er zijn woningen voor 60 bewoners en hoeve Dijkshorn is een plek waar evenementen, markten of culturele voorstellingen gehouden kunnen worden. Net als Landgoed DeCamping zoekt ook Woldwijk de verbinding met het dorp en haar inwoners. De belangrijkste lessen? Laat je niet stoppen door een moeizame start en stroperige regelgeving. Rollen, verhoudingen en samenwerkingen met alle partijen blijven zich ontwikkelen, vertellen beide ondernemers enthousiast.

Ontwikkelen met burgers en studenten
In het tweede tafelgesprek komen erfgoedadviseur en onderzoeker Maarten Vieveen en Wilbert van de Kamp, projectleider bij Roemte aan het woord. De eerste ziet een spanningsveld tussen het behoud van panden en het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen. Een eigenaar die zijn pand wil behouden, moet dit wel kúnnen doen. Financieel is dat soms lastig, maar ook het vinden van de juiste bestemming is niet altijd eenvoudig.Samen met zijn studenten zoekt Vieveen naar oplossingen. Bijvoorbeeld voor de kerk van Overschild, voor een boerderij in het Oldambt en bij Free & Co., een oude strokartonfabriek in Oude Pekela. Studenten deden onderzoek, kwamen met ideeën en brachten een frisse wind met zich mee. Zo kwam er innovatieve wandverwarming in de verbouwde kerk en besloot een nieuw opgerichte stichting in Oude Pekela zich niet alleen in te zetten voor het behoud van de fabriek, maar ook voor het behoud van de omliggende gebouwen.Roemte, de stichting waar Wilbert van de Kamp projectleider bij is, helpt bij het ontwikkelen en realiseren van herbestemmingsplannen. De focus ligt op het aanmoedigen van burgerinitiatieven, bijvoorbeeld door mee te denken over een nieuwe bestemming voor een gebouw of bij het financieren van de aankoop ervan. “Daarmee staat Roemte tussen de overheid en initiatiefnemer in”, vertelt Van de Kamp.Een goed voorbeeld is de herbestemming van Café Bulthuis in Eenrum. Het beeldbepalende café sloot vorig jaar de deuren. De dorpsgemeenschap sloeg de handen ineen om het gebouw en de diverse functies die het voor het dorp heeft te behouden. Er werd een dorpscoöperatie opgericht en met de hulp van Roemte kon er een hypotheek worden afgesloten. Het plan is nu dat verschillende functies uit het dorpshuis naar Café Bulthuis verhuizen en dat het huidige dorpshuis een nieuwe woonbestemming krijgt.Een mooi voorbeeld van hoe burgers het heft in eigen handen nemen, vindt Van de Kamp. En als het eens mis gaat is dat helemaal niet erg. “Als er iets gebeurt komt er sowieso nieuwe energie en je kunt niet alles van te voren berekenen of zeker weten. Laat burgers maar lekker actief zijn.”

Presentaties en audio

Eefje van Duin

Rob Hendriks